1. Het brein gebruikt 25% van alle
glucose in het lichaam.
Om het brein brandstof te geven, moet je regelmatig eten. Liever geen snelle
suikers,
zoals koekjes,
chips, energydrinks etc. Maar 'langzame suikers', zoals fruit,
groente en noten (mueslirepen).
2. Het brein gebruikt zo'n 20% van alle zuurstof die
we inademen. Frisse lucht, goed ademhalen, ontspanning en
beweging zijn daarom
belangrijk.
3. Gebruik alleen goede voorbeelden, een goed voorbeeld
doet volgen.
4. Slapen en regelmatig rust nemen helpen het brein bij het
onthouden en verwerken.
5. Hak de leerstof in stukjes.
6. Samen leren versterkt de verbinding.
7. Door het geven en ontvangen van feedback ontstaat er
meer inspanning en doorzettingsvermogen.
8. Benut verschillende zintuigen bij het leren, zoals
horen, ruiken, voelen en kijken.
9. Studenten onthouden meer door in korte blokken te
studeren (20 a 25 minuten achter elkaar en dan een korte pauze).
10. Laat studenten associëren op het onderwerp.
Bijvoorbeeld door te tekenen of een passende afbeelding te laten zoeken.
11. Herhaal om niet te vergeten en vergeet niet om te
herhalen!
12. Vier successen. Geef de lerende inzicht in wat hij weet
en kan en beloon dit.
13. Geef studenten altijd de gelegenheid om vragen te
stellen, van vragen stellen
word je wijs.
14. Geef met regelmaat complimenten.
15. Noem studenten bij hun naam, zo houd je hen gefocust.
16. Noem het doel van de les.
17. Leg moeilijke woorden of begrippen uit of laat
studenten dit zelf op zoeken.
18. Vraag om feedback, tip/top over de les.
19. Zorg voor een afwisselend lesprogramma.
20. Let op dat de concentratieboog van studenten 25 a 45
minuten bedraagt.
21. Zorg voor humor, lachen is gezond, ook voor het brein.
22. Wees positief en creëer altijd een veilige omgeving!
|